vrijdag 16 januari 2009

Het huisbeest Valentijn

Mensen die van dieren houden zijn oké, zo luidt de algemene opinie. Het getuigt van een edele en zachtmoedige aard als je met graagte uit kunt weiden over de karakterschoonheden van je hond en de niet aflatende aanhankelijkheid (maar toch zo lekker eigenwijs) van de poes. Het wil mij in dierenverliefd gezelschap dan ook maar met moeite over de lippen komen dat ik niet zo veel met beesten heb. Het angstzweet breekt me uit als ik in vertrouwen word genomen over de problematische eetgewoontes van de geholpen cyper of de heupdysplasie van de herder. Ik doe mijn best een bezorgde frons tussen mijn wenkbrauwen te toveren en ik pijnig mijn hersens op zoek naar een adequate, meelevende opmerking.

Jarenlang vreesde ik die o zo confronterende vraag (want het antwoord kon mij voor eeuwig verwijderen van degene die hem stelde): ‘Heb jij ook een huisdier’? Ik omkleedde mijn ontkenning met lafhartige excuses over een druk, uithuizig leven waarin het voor een beest niet bepaald aangenaam toeven zou zijn. In plaats van gewoon te zeggen dat ik braakneigingen krijg van blikjes poezenpaté vol met ingrediënten van dubieuze oorsprong en dat ik acuut een hartverzakking zou krijgen van een kat die zijn nagels in mijn designstoel zou zetten (iets wat kattenliefhebbers met designmeubels heel vertederend lijken te vinden). Dat ik honden haat als ik weer eens ben uitgegleden over een dampende drol en dat ik bij het naderen van bepaalde merken viervoeters mijn toch al niet al te geprononceerde kuiten intrek uit angst voor een wellustige aanval van een slijmerige muil. En dan heb ik het nog niet eens over de hamster, die mij veel te veel aan de muis doet denken die dan weer een onbedwingbare aandrang oproept om mij permanent boven op de eettafel te vestigen. Een goudvis? Nèh, ergerlijk introvert, maar ondertussen heel luidruchtig te koop lopen met die hup-Holland-hup-kleur.

De volgende bekentenis gaat dan ook met veel schroom gepaard, want, na jaren van laveren op het ijs dat door dierenvrienden speciaal voor mij zo glad mogelijk werd geboend, is er een huisbeest in mijn leven gekomen. Resultaat van langdurige en standvastige aandrang van een huisgenoot die – het is mijn straf – overstroomt van onversneden passie voor alles wat aaibaar is. Gesterkt door de hoop dat het een zeer onafhankelijk exemplaar zou zijn dat via het kattenluik zo vaak mogelijk de weg naar de wijde wereld van binnentuinen zou kiezen, ging de kogel door de kerk. En daar was onze schildpadpoes, uitgevoerd in elegant zwart met hier en daar een snufje crème en rood. Aanvankelijk probeerde ik haar een beetje te negeren en vooral niet onder de indruk te raken van haar feilloos ingestudeerde capriolen en verleidingskunsten. Maar na wat gezamenlijk doorgemaakte goede en kwade momenten (zo gaan die dingen) heb ik mij uiteindelijk gewonnen gegeven. Valentijn - ik verzin het niet: geboren op Valentijnsdag - is cool. Heel aanhankelijk en toch zo lekker eigenwijs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten