donderdag 23 april 2009

Rokjesdag zal nooit meer hetzelfde zijn

Lag hij voor een raam en zag hij ze lichtjes fladderend aan zich voorbijtrekken? Was hij nog in staat vanaf een terras zelf vast te stellen dat de dag was aangebroken? Een week of twee geleden durfden wij vrouwen het aan ons voor het eerst in het seizoen in een zomers rokje te hullen en onze winterblanke benen aan de zon en de blikken van onze medemens bloot te stellen.

Voorheen ging dat bij mij met schroom en aarzeling gepaard. Is het echt al warm genoeg? Loop ik niet compleet voor gek met die melkflessen? Sinds Martin Bril een aantal jaren geleden een naam gaf aan de eerste echte voorjaarsdag, maakte het me opeens veel minder uit. Het is lente en ik heb een zwierig rokje. Voorwaarts, de straat op. Laat ze kijken. Laat ze lachen. Laat ze fluiten. Kan mij het schelen. Het is rokjesdag!

Bril is dood. Nooit meer een nieuw verhaal dat in een o zo alledaagse sfeer ragfijn de menselijke eigenaardigheden blootlegt. Nooit meer een nieuw vrolijk of tot nadenken stemmend inzicht van de meester van de column. Rokjesdag komt volgend jaar gewoon weer terug. Maar het zal nooit meer hetzelfde zijn.

donderdag 16 april 2009

Koninginnedagturk

Ergens om en nabij half april verander ik langzaam in een Turk. Er komt een handelsdrift in mij naar boven waaraan de gemiddelde verkoper in de Grote Bazaar in Istanbul een puntje kan zuigen. Koortsachtig struin ik kasten en schuur af op zoek naar verkoopwaardige ingrediënten. Vaasjes, schaaltjes en kandelaars die mij ooit interieurtechnisch heel verantwoord leken, worden nu rücksichtslos versmaad. Te klein geworden kinderkleding, te kinderachtig geworden speelgoed, afgedankte rokjes, vestjes, schoenen en wuft accessoirespul, spelletjes waarvan wij hier thuis de regels nooit hebben kunnen doorgronden, een stapel boeken (categorie 'prima voor op de camping, maar in de boekenkast pronk ik liever met wat diepzinnigers'), het gaat allemaal in de grote verkoopdoos. Alles schoon en heel. Allicht. Een koninginnedagturk heeft haar beroepseer.

En dan is het zover. Samen met vriendin vertrek ik op 30 april voor dag en dauw naar onze favoriete stek ergens in Zuid. In het donker en omringd door oranjegekleurde soortgenoten stallen we onze waar zo aanlokkelijk mogelijk uit. In het schijnsel van zaklantaarns proberen de morgensterren hun slag nog voor het ochtendgloren te slaan. We geven ons echter niet zomaar gewonnen. Er moet onderhandeld worden. Het loven en bieden kan beginnen.

- Wat mot dat sjaaltje kosten?
- Drie eurootjes.
- Eén.
- Maar het is een echte Oilily.
- Een watte?
- Da’s een heel duur merk.
- Ja, dat ben ik ook. Maar ik heet gewoon Jan.
- Oké Jan. Dan mag ie voor 1,5 weg.

- Geestig giletje. Wat is dat ook weer D&G?
- Dolce&Gabbana. Ik heb ‘m ook maar van Marktplaats hoor.
- O, helemaal leuk voor mijn zoontje.
- Houdt ie van Italiaanse mode dan?
- Nee joh, hij zit op de vrije school en als ie hiermee aankomt... dat kan echt niet. Lachen! Voor 4 euro neem ik ‘m mee.
- Jij mag ‘m voor 3,5.

- Mevrouw, wat wilt u hiervoor hebben?
- 1 euro mevrouw.
- Is 50 cent ook goed mevrouw?
- Nou vooruit mevrouw, omdat het Koninginnedag is.
- Eh, mevrouw. Wat is het eigenlijk?